> Zurück zur Übersicht
> Terug naar de overzicht



Kort geding/beslaglegging

In tegenstelling tot het Nederlandse recht kent de Duitse wet niet de rechtsfiguur conservatoir beslag, welke vooral in het kader van incassoactiviteiten van belang is. Aangezien de Duitse wetgever gekozen heeft voor bescherming van debiteuren, bestaat slechts ingeval aan zeer strenge voorwaarden is voldaan de mogelijkheid om via een kortgedingprocedure een voorlopige beslissing ter bescherming van een schuldeiser af te dwingen; te weten: via de zogenaamde „Einstweilige Verfügung“ i.v.m. handelingen en via het „dingliche Arrest“ i.v.m. geldvorderingen.

Beide vormen van kort geding stellen o.a. als voorwaarde dat er sprake is van een spoedeisende zaak, waarbij met „spoedeisend“ wordt bedoeld, dat uiterlijk binnen een maand na kennisneming van de onrechtmatige toestand een verzoekschrift bij de rechtbank moet zijn ingediend. In dit verband dient te worden opgemerkt, dat het niet betalen van een rekening geen ontvankelijke grond voor een kort geding (hier: een dinglicher Arrest) oplevert.

In deze kwestie stelt de rechtspraak in Duitsland zich op het standpunt, dat in een dergelijk geval de wederpartij van de debiteur gehouden is om zich tevoren op de hoogte te stellen van de liquiditeit van de betrokken schuldenaar.

Alleen bij wijze van uitzondering kan een kort geding aangespannen worden, namelijk indien er sprake is van een strafbaar feit zoals verduistering of vluchten naar het buitenland. Dit moet tegenover de rechter door middel van een zgn. eidesstattliche Versicherung (d.i. een plechtige schriftelijke verklaring) aannemelijk worden gemaakt. Op een valse verklaring staat overigens gevangenisstraf van één jaar.

Dus ook het bovenstaande is reden om een goed debiteurenbeleid te voeren.




> Zurück zur Homepage
> Terug naar Home