Anwaltskanzlei Claus J. Peters
>
Zurück zur Übersicht
>
Terug naar de overzicht
Transport en verjaring
Om actuele redenen willen wij opnieuw terugkomen op dit reeds in het verleden vaker ter sprake gebrachte onderwerp, want het lijkt erop dat veel Nederlandse transporteuren niet op de hoogte zijn van de algemeen geldende verjaringstermijnen. In ieder geval heeft het advocatenkantoor Peters de afgelopen weken opnieuw enkele incasso-opdrachten met betrekking tot niet betaalde rekeningen voor verrichte transporten ontvangen. Helaas waren deze deels zeer hoge vorderingen alle verjaard. Dit geeft ons daarom opnieuw aanleiding om op de bestaande verjaringstermijnen te wijzen.
Bij grensoverschrijdende transporten is het zowel in Nederland als ook in Duitsland geldende internationale CMR-Verdrag dwingendrechtelijk van toepassing. Volgens dat verdrag geldt een verjaringstermijn van 15 maanden, te rekenen vanaf de datum van opdracht.
Indien goederen binnen Duitsland worden vervoerd, geldt volgens het Duitse Wetboek van Koophandel (HGB) een verjaringstermijn van 1 jaar nadat de goederen zijn afgeleverd dan wel, indien deze niet zijn afgeleverd, vanaf de dag, waarop de goederen hadden moeten worden afgeleverd.
De eerste fout is dat Nederlandse transporteuren veel te lang en te vaak aanmaningen sturen. Voor de Duitse opdrachtgevers en niet betalende schuldenaren is dat het duidelijkste teken dat er geen direct gevaar dreigt. Immers zo lang alleen maar aanmaningen in de brievenbus landen, kunnen andere schuldeisers bij voorrang worden betaald. Door slechts aanmaningen te sturen geeft de Nederlandse transporteur duidelijk te kennen dat hij nog bereid is om op de betaling te wachten.
De tweede fout is het inschakelen van een Nederlands incassobureau of deurwaarder. Deze sturen ook alleen maar schriftelijke aanmaningen, vaak in het Nederlands, die in Duitsland doorgaans niemand kan lezen, of in gebrekkig Duits, dan echter met incassokosten van 15 – 30% van de vordering. Zulke brieven belanden bij de Duitse schuldenaar gegarandeerd in de prullenmand.
De derde fout – en meestal ook de laatste – is gelegen in de verkeerde veronderstelling, dat door middel van een schriftelijke aanmaning de verjaring kan worden gestuit. Dat is echter niet het geval!
Het CMR-Verdrag geeft zelf geen regeling hoe verjaring wordt gestuit, maar verwijst naar het recht van het land, waarin de schuldenaar is gevestigd. Wanneer dus een opdracht tot het verrichten van een transport door een Duitse onderneming is gegeven, moet (afgezien van enkele uitzonderingen) tegen deze opdrachtgever in Duitsland een rechtsvordering worden ingesteld. Voor dat geval is dwingend voorgeschreven dat ten aanzien van de stuiting van de verjaring Duits recht van toepassing is. Volgens het Duitse recht kan de verjaring alleen door middel van het instellen van een rechtsvordering worden gestuit.
Duitse schuldenaren weten dit merkwaardig genoeg steeds heel precies.